Over stadsdichters, hygiëne en geheime tips.

Nooit gedacht dat ik een blog zou durven posten met dergelijke kop. Mein Kampf blijkt een e-booksucces te zijn en ook in Berlijn dook het Hitler-plein even op. Oops foutje, zullen ze bij Google maps gedacht hebben en een even later was het plein opnieuw te vinden onder zijn huidige naam van Theodor Heuss-plein. ‘Wir haben es nicht gewusst, maar onderzoeken deze anomalie’, klonk het bij Google. Maar ook in de literatuur heeft Hitler zijn kop weer opgestoken. De laatste week heb ik genoten van Daar is hij weer van de Duitse auteur Timur Vernes. De Führer wordt wakker in 2011 en … de rest moet je zelf maar lezen, want het boek is een aanrader.

portret Stijn Vranken zwartwitDe Gustibus …. Daarnet viel het persbericht in mijn mailbox dat Sprekende Ezel Stijn Vranken de volgende twee jaar Antwerpen mag bestoken met zijn poëzie. Uittreksel uit het persbericht: (…) De adviescommissie draagt Stijn Vranken voor aan het college als kandidaat-stadsdichter 2014-2015 en motiveert de voordracht als volgt: Stijn Vranken (1974) is een dichter met gevoel voor taalplezier. Hij heeft zelden veel woorden nodig om de lezer een poëtische ervaring te schenken. Zijn poëzie is helder, verstaanbaar en vaak ook humoristisch. Na twee succesvolle bundels, ‘Vlees mij!’ (2008) en ‘Wees gerust, maar niet hier’ (2011) wordt uitgekeken naar de opvolger die in 2014 verschijnt en meer naar buiten gericht is: de wereld en de stad. Het stadsdichterschap valt voor Vranken samen met een nieuwe evolutie in zijn poëzie. Belangrijk ook is dat Vranken graag en goed optreedt. Hij is een veelgevraagd poëzieperformer die makkelijk contact maakt met zijn publiek. Stijn Vranken is medeoprichter van ‘De Sprekende Ezels’, een maandelijks treffen van poëzie, muziek en stand-up dat al meer dan 10 jaar bestaat. Hiermee geeft hij beginnende artiesten de kans om op te treden. Zijn maatschappelijke betrokkenheid toont hij ook als één van de dichters die meewerkt aan het project ‘De eenzame uitvaart’. Vranken is geboren in Leuven en woont en werk sinds geruime tijd in Antwerpen. (…). Oei, heb ik in een grijs verleden de eersteling van Vranken misschien toch te hard aangepakt. Hij zal er niet van wakker liggen. Poëzierapport, de website waar de recensie verscheen, is reeds ter ziele gegaan. De dichter, hij staat er nog. Sterker dan ooit. Sic transit …

Sterker dan ooit. That smell. Dit zullen de reporters van de Teheran Times die Amou Haji interviewden naar aanleiding van zijn 80ste verjaardag ook gedacht hebben. De man heeft zich de laatste 60 jaar niet meer gewassen heeft en leeft op een dieet van rottend vlees, terwijl hij daarna geniet van een heerlijk pijpje gevuld met dierlijke uitwerpselen. Hoe zou je daar als Iraniër moeten mee omgaan? Is er eindelijk een lokale glasnost op til na de heerlijke Middeleeuwen van Ahmadinejad, kan je op facebook en twitter en dan krijg je dit te lezen. Like.

downloadbbOp de achtergrond houdt Rebekka Bakken me gezelschap met zachte jazz, terwijl ik de laatste hand leg aan de recensie van Eigen Terrein.  De dichter zal wellicht nooit de shortlist van Antwerpse stadsdichters halen. Nochtans is hij bijna 40 jaar met poëzie bezig en ademt dactylen en spondeeën.

Beschouw hem als een geheime tip. Net zoals die vele steegjes die Antwerpen rijk is en pas hun schoonheid prijsgeven als je weet waar ze zich bevinden en als je tijd neemt om ervan te genieten. Zijn naam is Bert Bevers. Hij is mijn eerste geheime tip voor 2014. Nu moet je alleen nog maar tijd maken om je te laten verrassen door zijn poëzie. Hieronder alvast een warmmakertje.

X: DE LAATSTE POILU

Er werd altijd veel bij heuvels gesneuveld door jonge kerels
die het thuisfront dapper tegemoet grijnzen op anonieme
foto’s die nimmer werden opgehaald. Maar er zijn ook krijgers
die drie eeuwen aandoen. In het jaar waarin hij zijn leeftijd

met drie enen mocht gaan schrijven stierf Lazare Ponticelli,
de laatste poilu van La Grande Guerre. Hij was eenentwintig
toen de wapens zwegen, en hij had nog negen decennia te gaan.
Tegen het besluit van de Republiek om het stoffelijk overschot

van de laatste veteraan na een nationale uitvaart bij te zetten
in het Panthéon tekende hij protest aan. “Het is niet eerlijk om
de laatste af te wachten. Dit is een belediging voor alle anderen

die stierven zonder zo’n eerbetoon.” Altaren zonder offers. Bij
het heengaan in messterk een winter dansten er op zijn netvlies
monden vol aardbeien, en verlangde hij al naar niemand meer.

In het gedicht neemt Bevers ons mee naar het lange leven van Lazare Ponticelli, de laatste veteraan uit de Eerste Wereldoorlog. Was dat niet in die oorlog dat een Oostenrijks korporaaltje vocht? En groeide die niet uit tot … Heb je je nooit afgevraagd wat er zou gebeurd zijn mocht Hitler wel aanvaard zijn aan de Weense kunstacademie? Schrijver Eric-Emmanuel Schmitt stelde zich die vraag ook. Het resultaat staat bovenaan mijn leeslijst: Adolf H. – twee levens.

Plaats een reactie